Een hete zomerdag in de jaren dertig van de vorige eeuw, Appelterre-Eichem bij Ninove, la Flandre profonde. Er moest gewerkt worden. Enkele kwajongens, waaronder mijn grootvader, glipten ongemerkt weg van het hard labeur in de tabaksoogst. Ze verzamelden aan de vlakbij gelegen monumentale metalen brug van Pollare over de Dender om elkaar te overtroeven met de meest halsbrekende sprongen. Het verhaal gaat dat mijn opa in volle vakantietijd ooit drie dragen huisarrest heeft gekregen, omdat een roddeltante zijn signalement bij de brug thuis was gaan overbrieven.
Eind jaren tachtig. Zomervakantie, synoniem voor logeren bij oma en opa, wafels met bruine suiker van oma op oma-borden en wandelingen met opa aan opa-tempo. Oude boerderijen maken plaats voor verkavelingsarchitectuur. Aan de hand van mijn grootvader keek ik mijn ogen uit langs de Dender. Vaalwit schuim dreef in metershoge wolken op de rivier. Oude opa vertelde. Ik voelde de weemoed – zonder het woord zelf te kennen - toen hij mij de plekjes toonde waar hij als kind en tiener in het water dook en rondjes zwom. De brug van Pollare was de laatste stop. Allemaal lang geleden en voorbij, sprak hij mij peinzend toe, zoals alleen oude opa’s dat doen. En zwemmen, dat deden mijn broers en ik enkel in het chloorwater van het openluchtzwembad of in de afgesloten vijver van het recreatiedomein.
Nog eens twintig jaar later. We waren haast vergeten hoe schoon de zomer hier kan zijn. De overblijvende keuterboerderijen van de tabakstelers zijn vakkundig omgetoverd tot rustieke fermettes of design dorpswoningen. Opa is al lang dood, oma weet niet meer dat ze ooit wafels bakte. Maar het schuim op de Dender is ook verdwenen. Op de brug van Pollare halen enkele pubers toeren uit. Ze proesten het uit van de pret, trots op zoveel heldhaftigheid. Eentje durft er niet te springen. ‘s Avonds staat alles op youtube.
De smartphones, laaghangende oversized shorts en festivalpolsbandjes niet te na gelaten, is het tafereel hoogstwaarschijnlijk bijna identiek aan de capriolen van mijn opa en co ruim zeventig jaar geleden. Zelfs het decor is ongewijzigd: in 1940 werd de oorspronkelijke brug door terugtrekkende Engelse soldaten opgeblazen, maar later werd ze getrouw aan de oorspronkelijke plannen hersteld.
Stoerdoenerij op en aan de brug over de Dender was enkele decennia lang slechts een verhaal en een herinnering van een steeds ouder wordende generatie. Vandaag wordt het verhaal heruitgevonden, alleen de vertellers zijn veranderd. Een historische rechtzetting. Niets is zo complexloos als het simpelweg in een rivier springen, positief escapisme voor dummies, vakantievertier met eeuwigheidswaarde.
Mijn opa was de eerste Big Jumper. De Big Swimmer avant-la-lettre van de Dender, van Pollare, Ninove, Appelterre-Eichem en omstreken. Hulde!
Eind jaren tachtig. Zomervakantie, synoniem voor logeren bij oma en opa, wafels met bruine suiker van oma op oma-borden en wandelingen met opa aan opa-tempo. Oude boerderijen maken plaats voor verkavelingsarchitectuur. Aan de hand van mijn grootvader keek ik mijn ogen uit langs de Dender. Vaalwit schuim dreef in metershoge wolken op de rivier. Oude opa vertelde. Ik voelde de weemoed – zonder het woord zelf te kennen - toen hij mij de plekjes toonde waar hij als kind en tiener in het water dook en rondjes zwom. De brug van Pollare was de laatste stop. Allemaal lang geleden en voorbij, sprak hij mij peinzend toe, zoals alleen oude opa’s dat doen. En zwemmen, dat deden mijn broers en ik enkel in het chloorwater van het openluchtzwembad of in de afgesloten vijver van het recreatiedomein.
Nog eens twintig jaar later. We waren haast vergeten hoe schoon de zomer hier kan zijn. De overblijvende keuterboerderijen van de tabakstelers zijn vakkundig omgetoverd tot rustieke fermettes of design dorpswoningen. Opa is al lang dood, oma weet niet meer dat ze ooit wafels bakte. Maar het schuim op de Dender is ook verdwenen. Op de brug van Pollare halen enkele pubers toeren uit. Ze proesten het uit van de pret, trots op zoveel heldhaftigheid. Eentje durft er niet te springen. ‘s Avonds staat alles op youtube.
De smartphones, laaghangende oversized shorts en festivalpolsbandjes niet te na gelaten, is het tafereel hoogstwaarschijnlijk bijna identiek aan de capriolen van mijn opa en co ruim zeventig jaar geleden. Zelfs het decor is ongewijzigd: in 1940 werd de oorspronkelijke brug door terugtrekkende Engelse soldaten opgeblazen, maar later werd ze getrouw aan de oorspronkelijke plannen hersteld.
Stoerdoenerij op en aan de brug over de Dender was enkele decennia lang slechts een verhaal en een herinnering van een steeds ouder wordende generatie. Vandaag wordt het verhaal heruitgevonden, alleen de vertellers zijn veranderd. Een historische rechtzetting. Niets is zo complexloos als het simpelweg in een rivier springen, positief escapisme voor dummies, vakantievertier met eeuwigheidswaarde.
Mijn opa was de eerste Big Jumper. De Big Swimmer avant-la-lettre van de Dender, van Pollare, Ninove, Appelterre-Eichem en omstreken. Hulde!